Het wedstrijdreglement is op pupillen niet van toepassing. 

Wedstrijdregel: Het is inderdaad zo dat veel regels voor pupillen anders of aangepast zijn, maar dit betekent niet dat er geen regels zijn. In het reglement is zelfs een hoofdstuk (nr. 8) helemaal gewijd aan pupillen. Hieronder enkele, veel voorkomende, fabels:


  • Pupillen kunnen geen valse start maken:
    Natuurlijk kan ook een pupil te vroeg weggaan, echter heeft het  maken van een valse start geen invloed op de verdere wedstrijd, dus geen kaarten. De atleet moet wel teruggeschoten worden.
  • Een pupil kan geen ongeldige poging hebben:
    Ook pupillen hebben foutieve pogingen, echter is het wel zo dat een pupil niet zonder een prestatie kan eindigen. Als bij de drie reguliere pogingen geen geldige prestatie wordt behaald, krijgt de pupil nog twee mogelijkheden om met hulp een resultaat te halen.
  • Een pupil hoeft de kogel niet te stoten en een bal niet bovenhands te werpen:
    Het is juist belangrijk dat de pupil de juiste werp- of stootbeweging maakt. Niet alleen omdat de regels dit zeggen, maar om zo mogelijk blessures te voorkomen. Een kogel is relatief zwaar voor de elleboog van een kind, door een werpbeweging te maken kom er een zwaardere belasting op de elleboog. Dit komt een kind in de groei zeker niet ten goede.

 

Hoogspringen: pogingen


Uit een evaluatie van wedstrijdgegevens van het afgelopen jaar blijkt, dat de volgende regel bij veel juryleden nog niet voldoende bekend zijn:


Als een deelnemer aan het onderdeel hoogspringen of polsstokhoogspringen op een bepaalde hoogte een poging voorbij laat gaan (om welke reden dan ook), mag hij op deze hoogte niet naderhand nog een poging doen (in de tweede/derde ronde). Deze atleet mag de wedstrijd pas hervatten op het moment dat een nieuwe (dus hogere) hoogte is opgelegd. Wel is het zo dat als de deelnemer afspringt, deze atleet mag kiezen om door te gaan naar een andere hoogte. Daar heeft de atleet nog twee mogelijkheden om de hoogte te halen. Ook deze pogingen mogen verdeeld worden over verschillende hoogtes. Bij het behalen van deze hoogte, start de deelnemer weer met de vaste aantal pogingen per hoogte. Echter de sprongen moeten altijd starten in de eerste ronde van een hoogte.

 

Bron: Atletiekunie